Geen materiaalkosten meer voor mbo-studenten

Het komende schooljaar hoeven mbo-studenten geen kosten meer te maken voor de aanschaf van materialen die zij voor hun opleiding nodig hebben. Zij krijgen de noodzakelijke instrumenten voortaan te leen. Dit laat minister Ingrid van Engelshoven in een brief aan de Tweede Kamer weten.

Een student op een mbo-opleiding heeft gemiddeld zo’n vijfhonderd tot duizend euro per jaar aan noodzakelijke schoolkosten, bovenop het lesgeld. De kosten per opleiding verschillen sterk, zo blijkt uit een onderzoek dat RTL Nieuws in april van dit jaar hield. Zo variëren de kosten van de opleiding Verpleegkunde bij de verschillende opleidingen tussen de 900 en 1.900 euro. Dergelijke hoge bedragen zijn ook terug te vinden bij de kappersopleidingen. Op het Koning Willem I College in Den Bosch kost die bijvoorbeeld 1.850 euro in het eerste jaar alleen al. Ook in het tweede en derde jaar is de student nog honderden euro’s per jaar kwijt. Met name voor studenten (en hun ouders) met een kleinere beurs zijn dat forse bedragen. De schoolkosten liggen dan ook al een tijdje onder vuur. Er werden ook al verschillende oplossingen aangedragen, zoals het opzetten van een fonds waar minderjarige leerlingen een financiële tegemoetkoming kunnen krijgen voor hoge schoolkosten.

Handreiking
Ook minister Van Engelshoven wil dit schrijnende probleem aanpakken. Eerder had zij al toegezegd dat er een handreiking beschikbaar komt over de regels voor schoolkosten. Nu refereert zij hieraan in een brief aan de Tweede Kamer. Ze meldt dat het ministerie van OCW de afgelopen periode in samenspraak met de MBO Raad en JOB gesprekken heeft gevoerd over de schoolkosten. ‘In de handreiking staat onder andere dat de studentenraad, sinds 1 januari 2017, instemmingsrecht op het schoolkostenbeleid heeft’, zo meldt de minister. ‘Met het instemmingsrecht op het schoolkostenbeleid kunnen studentenraden adviseren over de uitgangspunten die het bevoegd gezag hanteert bij onder andere het voorschrijven van aan te schaffen boeken en andere benodigdheden. Bij het voorschrijven van onderwijsbenodigdheden voor rekening van de student staat voorop dat de instelling bij het voorschrijven ervan soberheid dient te betrachten en de redelijkheid en billijkheid in acht moet nemen.’

Lenen
‘De mbo-instelling is verantwoordelijk voor de basisuitrusting voor een mbo-opleiding’, schrijft de minister verderop in de brief. ‘Dit betekent dat de instelling met de rijksbijdrage, aangevuld met les-en cursusgelden, de onderwijsactiviteiten en de daarvoor benodigde inventaris dient te bekostigen, die op basis van het betreffende kwalificatie-dossier noodzakelijk zijn. Hierdoor worden de studenten in staat gesteld het onderwijs te volgen en het mbo-diploma te behalen. Het is de maatschappelijke verantwoordelijkheid van de mbo-instellingen om deze kosten sober en beheersbaar te houden.’

‘Iedereen moet onderwijs kunnen volgen. Ook als je portemonnee minder goed gevuld is’, zo stelt de minister. Dit wil overigens niet zeggen dat de kok in opleiding of de kapper in spé die dure messenset of die kostbare scharen van zijn of haar school krijgt: de studenten krijgen de materialen te leen van hun school. Of als de spullen nodig zijn tijdens de stage, van het leerbedrijf. Schoolboeken en een laptop moeten ze overigens wel zelf betalen.

Lees hier de brief over schoolkosten

Lees ook: Discussie over schoolkosten blijft terugkomen